skip to Main Content
24/7 bereikbaar voor urgente storingen 0521 - 588 224 info@vredenburgsteenwijk.nl

Anja Vredenburg: gastvrouw en luisterend oor – Vredenburg Verhalen

Door George Huisman

STEENWIJK – Ze is gastvrouw voor bezoekers en luisterend oor voor mensen die Vredenburg Installatiebedrijf bellen. Anja Vredenburg, de echtgenote van Harm, directeur van. Als ze in de kantine van het bedrijf aan de Dolderweg in Steenwijk uit het raam kijkt, ziet ze in de verte haar geboortehuis: het brugwachterswoninkje waar haar moeder de scepter zwaaide en aan de andere kant de boerderij van haar vader. ‘Dáár kom ik weg’, wijst ze dromerig, ‘bij de brogge, daar ben ik 57 jaar geleden geboren als Anja Bisschop’.

‘Gelukkige jeugd gehad daar, gezellig, onbezorgd, buitenspelen, hutten bouwen, in de bomen klimmen, zo’n kind was ik. Had wel het nadeel toen ik wat ouder werd, dat ik iets te ver buiten de stad woonde. Want mijn vriendinnen zaten allemaal op Tuk en ik wilde gewoon daar ’s avonds ook de straat op. Dat vonden mijn ouders iets te ver toen ik te jong was. Maar mijn vader was nogal makkelijk, toen ik zestien was kreeg ik een brommertje en mocht alles’.

Old wief

‘De troost van de jonge vrouw heb ik gehad. Vroeger skeelerde ik. Vond ik leuk om te doen. Toen floten ze wel eens naar me, draaide ik me om en zeiden ze: oh, het is een old wief’.

‘Ik heb onlangs een monteur vergeten in te plannen. Belt de klant op: ik dacht dat er om 8 uur een monteur zou komen? Er ging me geen lichtje branden. Toen vroeg ik: wie heeft u gesproken? Antwoordde hij: een oudere mevrouw…’

Vissen

‘Harm reed altijd langs ons huis naar zijn paard, dat stond bij de familie Hof in de polder. Bij ons in huis kwamen allerlei mensen die vonden dat Harm wel een leuke jongen voor mij was. Maar ik vond dat paard doodeng. Op enig moment had hij zijn hand verbrand met dakdekken, toen ging hij vissen langs het kanaal bij ons huis. En ja… Mijn moeder zei pasgeleden nog tegen hem: Harm, ik heb altijd nog een nieuwe hengel in de schuur staan van pa, die mag je best gebruiken want vroeger viste je nog wel eens. Harm zei: dat vissen was één keer maar nooit meer. Zo is het eigenlijk gekomen. Ik was zestien. Ik zei altijd: ik wil nooit met een boer trouwen, want dan ben ik nooit vrij’. Schaterend: ‘Maar of dat met een technische man nou zoveel beter is kan ik ook niet zeggen’.

Lager en voortgezet onderwijs volgde ze in haar Steenwijkerwold en daarna de opleiding gezinsverzorgster in Meppel. ‘Nee, dat was geen meisjesdroom, kraamverzorgster wel, maar er zat een stop op die opleiding. Ging ik eerst twee jaar gezinsverzorging doen en daar ben ik blijven hangen. Toen we kinderen kregen ben ik een tijdje thuisgebleven, daarna niet meer teruggegaan in de zorg, maar ben in het bedrijf gaan werken. Ik heb voor het gemak gekozen, we woonden destijds op Gelderingen boven de zaak, dus kon ik gezin en werken makkelijk combineren: toen rende ik trapje op, trapje af’.

Telefoon

‘Ik zit altijd achter de telefoon. Ik luister, help, stel gerust en schrijf het telefoonnummer van de klant op. Maar snel en goed wilde vroeger nog wel, nu wil ik alleen maar snel; ik schrijf twee van de tien keer een verkeerd telefoonnummer op. Ik ben niet zo technisch maar als je me belt en zegt: Anja, ik heb storing 3L, dan weet ik: dat is de ventilator, daar moet een monteur voor komen. Ik heb altijd de storingsdiensttelefoon, ’s avonds en in het weekend. Dat vindt niemand leuk, maar ik heb er geen moeite mee. Van de tien problemen kan ik er zeker acht via de telefoon tackelen. Kijk, als het niet hoeft, sturen we niemand op pad in het weekend of ’s avonds. We proberen het zoveel mogelijk in gewone werktijd af te handelen. En ik vind het belangrijk dat die jongens ook uitrusten. Natuurlijk, ze moeten wel eens uitrukken in het weekend. Onlangs nog: drie keer op een zaterdag, maar dan heb ik nóg wel twee telefoontjes gehad en daar hoefden ze niet naar toe’.

Niet bazerig

‘Harm zit elders in het gebouw, in zijn eigen kantoor, ik zie hem vaak niet. Soms moet ik echt een nummertje trekken om hem een vraag te kunnen stellen. Ik zie Harm niet als mijn baas, hij is gewoon mijn man en we werken toevallig op dezelfde plek. Hij zegt me ook niet wat ik moet doen, nee nooit. Hij is niet zo bazerig. Soms mag hij wel eens wat strenger zijn, vind ik, niet naar mij maar in het algemeen en dat geef ik wel eens als kritiek. Hij geeft mensen altijd een kans. Hij is erg sociaal en soms is dat meer zijn eigen struikelblok’.

‘Wij hebben altijd boven ons bedrijf gewoond, de financiële armslag om ergens anders te gaan wonen was er niet altijd maar we zijn toch twee jaar geleden verhuisd. We moesten natuurlijk in Steenwijkerwold blijven. Hier mooi klein bungalowtje kunnen kopen. Tuin rondom ons huis. Het liefst zou ik ooit nog een eigen huis willen laten bouwen, helemaal naar mijn eigen smaak. Wie weet komt dat ooit nog eens’.

Back To Top