skip to Main Content
24/7 bereikbaar voor urgente storingen 0521 - 588 224 info@vredenburgsteenwijk.nl

Verhalen uit de oude doos: Streken en anekdotes van Jan Timmerman – Vredenburg Verhalen

Door George Huisman

STEENWIJK – Het verhaal van Jan Timmerman stond een paar weken geleden al in de krant, maar hij had zo veel te vertellen dat lang niet alles er in paste. ‘Streken heb ik altijd gehad, dat is het mooiste wat er is. Wij waren in Ruinen bij Vredenburg, daar deed ik ook storingen voor. Kwam ik samen met collega Rijkeboer op een bungalowpark, mensen hadden de verwarming uit. Ze zaten met z’n twaalven in een huisje voor zes personen, het water liep bij de ruiten langs. Verwarming gerepareerd, kreeg ik koffie, zet de lepel in het kopje, zóveel koffiedik! Zo zetten ze koffie. Maar lekker, goh. Zeg ik tegen Rijkeboer: ‘Flink roeren in het kopje en dan gelijk leegdrinken. Deed hij. Zat hij de hele terugweg met koffiedik in de mond. Ik was wel van de streken’. Vanaf 1962 werkte hij bijna 45 jaar lang bij Vredenburg. Deze anekdotes willen we de lezers niet onthouden. Dus ga er even goed voor zitten en geniet er van.

Spiernaakte vrouw voor het raam

‘Ik was zestien dat we met drie man ergens bezig waren. Aan de overkant woonde een vrouw met een paar flinke ballonnen en die stond spiernaakt voor het raam. Wij keken onze ogen uit. Even later kwam Pe met de bestelauto, wij moesten mee naar de winkel. Daar stond de vrouw, we zouden haar hebben uitgescholden en ze mopperde, niks van waar natuurlijk maar ze wilde dat we straf kregen. Pe pakte de pet van de kop, gaf ons alle drie ermee een klap aan de kop. Vrouw was tevreden en ging weg. Toen vroeg Pe bezorgd: jongens, ik heb jullie toch niet zeer gedaan hé? En: jullie hebben toch wel goed gekeken?’

Dolly’s Place

‘Ik zit hier een keer een avond achter het huis, belt Harm Vredenburg: Jan, ik heb een probleem. Dolly’s Place heeft geen warm water. Ik zeg: maar daar ga ik heen. Glimlachend: anders kom ik er toch nooit. Mag dat wel van Klaasje? vroeg Harm nog bezorgd. Natuurlijk wel, zei ik. Ben ik heen gegaan, is wel even spannend, hé. Ik heb gewoon de bedrijfsauto pontificaal voor de deur gezet. Ik kom daar binnen, heb je gelijk een barretje. Hoorde ik: Ha Jan, ben je hier ook? Paar van die jongens die daar zaten kenden mij. Daar werd het wat makkelijker van. Heb ik dat ding gerepareerd. Dat was zondagsavonds; maandagsmorgens om half negen houdt iemand mij aan: wat moest jij gisteravond bij Dolly’s Place?’

Het is hier zo koud

‘Ik kom bij een vrouw alleen in De Wijk, en koud in huis! Kachel uit. Zij mee naar boven en ze begon te klagen: Ach, het is hier zo koud. Want de buurman had gezegd dat ze de radiatoren in de kamer dicht moest doen en een kleintje los, want daar zou genoeg warmte van af komen. Nooit niet natuurlijk. Daar kon die kachel niet tegen. Even later zei ze: het is eigenlijk niet zo koud en mijn man is ook nog weggelopen… Ze stond er te janken en te doen, zei ik: ga maar naar beneden, ga maar koffiezetten, als ik klaar ben kom ik ook. Ik had hem zo aan de praat, stelde niks voor. Gaan we koffiedrinken, toen bleek: die man was niet weggelopen, ze had hem eruit gezet. Zij had geld en een tweede woning in Frankrijk, daar ging hij geregeld heen. Maar daar had hij een vriendin, daar kwam ze achter. Ach, poosje praten en dan verschijnt de glimlach wel weer, is het klaar en ga je weer weg’.

Back To Top